k weet niet hoe het jullie vergaat, maar ik worstel wel eens met dingen. Ik zie soms dingen van dichtbij gebeuren waar ik geen invloed op heb, terwijl ik graag zou zien dat het anders ging. En soms wordt je geconfronteerd met dingen die je zelf zou willen dragen voor de ander, maar dat gaat nu eenmaal niet. Of je bidt al zo lang om een oplossing ergens voor en die lijkt maar niet te komen.

Soms denk je ook wel eens: ‘Hoe kan dat nou? Ik dien toch de Almachtige, die in een oogwenk verandering zou kunnen brengen?’ Ik moet zeggen dat ik in de loop van de jaren wel een soort basis vertrouwen in God heb gekregen. Een soort wetenschap dat Hij er van weet, er bij is en uiteindelijk uitkomst zal geven, ook al is die soms anders dan ik verwacht of hoop. Je kan het de zekerheid van het geloof noemen.
Maar je gaat soms wel door die worsteling heen.

Ik denk dat Hebreeën 12 o.a. daar over gaat. In de eerste zin wordt verwezen naar een menigte van getuigen. Dat is een verwijzing naar Hoofdstuk 11 en de Bijbelse figuren die daar genoemd worden, o.a. Noach, Abraham en Sara, Jozef, Izaäk, Gideon, Simson en David. Zij worden als geloofshelden beschreven. Mannen en vrouwen die door het geloof een goed getuigenis van God gekregen hebben. Wij hebben deze mensen ook leren kennen door de Bijbel.

Deze geloofshelden, ieder met een geschiedenis die hun vertrouwen in God bevestigd en ieder met hun getuigenis, die omringen de gelovigen. Dus ook ons, en zij moedigen ons als het ware aan om vol te houden en dicht bij God te blijven.
Zij hebben met God gewandeld en zijn daardoor gezegend.
Ik zie in vers 1  dat er twee dingen afgelegd moet worden. Last en zonde. En ik zie ook dat je die zelf moet afleggen, dat is dus iets wat een eigen actie vraagt.
Als je verschillende vertalingen en toelichtingen bekijkt, dan zie je dat het woordje last vertaald kan worden met ballast. Alles wat extra is en niet nodig. Alles wat je hebt omarmd of opgepakt, maar wat je van God weghoudt of wat je wandel met God in de weg staat. Misschien je ambitie of carrière, je hobby’s, de dollartekens in je ogen, je zucht naar roem of eer, je behoefte aan erkenning, je streven naar gelijk dat soort dingen. Alles wat een plek in je leven heeft dat je hindert op je weg met God.
Prima als het in het plan van God past, maar een last als het je belemmert in je wandel met God. Dat vraagt dus ook dat je vanuit je relatie met God daarover communiceert met God. Heer, wat wilt u? Heer wat is uw wil? Heer wat is uw plan?
Het tweede dat je moet afleggen is de zonde, het Boek zegt:  je bevrijden van de zonde die zich aan je vastklemt. Laat dat eens op je inwerken. Je moet je bevrijden van de zonde die zich aan je vastklemt.
Wat is zonde? In de Griekse grondtekst staat er hamartia, dat betekent “het missen van het doel”. Ik vond dat een mooie omschrijving. Het woord zonde kan twee betekenissen hebben:

  • de onvolmaakte staat van de van God gescheiden mens
  • een overtreding van Gods geboden en verboden

En eigenlijk zijn die met elkaar verweven. Een overtreding van Gods’ regels brengt immers scheiding tussen God en jou.
Hoe weet je wanneer er sprake is van zonde? Veel van Gods’ regels en principes staan in de Bijbel heel duidelijk beschreven. Denk aan de 10 geboden. Maar ook in het nieuwe testament staan dingen heel duidelijk omschreven. In Hebreeën 13:5 staat bijvoorbeeld: Laat uw handelwijze zonder geldzucht zijn. Wees tevreden met wat u hebt. Dat betekent dat geldzucht en ontevredenheid niet bij een kind van God horen.

Andere regels en principes van God zijn beschreven met brede termen zoals onreinheid, hoererij of afgoderij, waarbij dan gedragingen vallen die onder die samenvattingen vallen.
Dus vaak kan je lezen wat zonde is in de Bijbel, maar soms spreekt de Heilige Geest je ook aan op dingen die niet kloppen in je leven, waarna je het verlangen naar verandering krijgt. En soms kom je er zelf uit, maar soms heb je hulp nodig.

Dat afleggen van lasten en zonden is dus een actie die gevraagd wordt die hoort bij het met volharding lopen van de wedloop.

We krijgen nog een belangrijke instructie. Houd je oog gericht op Jezus. Hij is ons voorbeeld. Hij kon Zich aan het kruis laten slaan en de schande negeren, omdat Hij wist welke blijdschap Hem te wachten stond.
In onze maatschappij spreken we vaak van een kosten-baten analyse. Is dit het waard? Wat brengt het op als we zoveel investere?. Paulus zegt in Romeinen 8:18:
Want ik ben ervan overtuigd dat het lijden van de tegenwoordige tijd niet opweegt tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden.

Ons verblijf hier op aarde is tijdelijk. Vaak is het leuk, soms is het niet zo leuk. We maken van alles mee, we gaan door van alles heen. Hoe ga je daar mee om?

Dat lukt niet zonder je oog gericht te houden op Jezus. Let scherp op Hem, opdat je niet verzwakt en bezwijkt in je ziel. Als je verzwakt ben je kwetsbaar en minder weerbaar. En dan kan je bezwijken in je ziel. Je ziel die je aan Jezus had gegeven, kan de inzet worden van een geestelijke strijd, met maar twee uitkomsten. Eeuwig leven, of verloren gaan. Wat je meemaakt en hoe je daar mee om gaat, hoe je daarin stand houdt, heeft te maken met de strijd om je ziel. Wees je daar bewust van.

De verzen 5 t/m 11 laten iets zien wat we misschien wel ingewikkeld vinden. Het gaat over onze natuurlijke vaders en over God als vader. En het gaat over bestraffen.
InOopenbaring 3 spreekt God tot de gemeente in Laodicea, de gemeente die niet koud is en niet heet is. Daar zegt Jezus in vers 19: Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.

Misschien past dit niet in jouw beeld van God en Jezus, die juist liefdevol en vergevend zijn. Maar het is dus mogelijk dat Jezus je terecht wijst en bestraft, juist omdát Hij je liefheeft. Ik geloof dat dit niet een last op je schouders en een aanklacht moet worden. Maar ik geloof wel dat het goed is om jezelf te onderzoeken: is er zonde in mijn leven, ben ik ongehoorzaam aan God, ga ik mijn eigen weg i.p.v. de Zijne, ben ik lauw, zoals de gemeente in Laodicea? Praat er over met je Hemelse Vader, vraag openbaring, vraag om wijsheid, vraag of Hij met Zijn licht op jouw leven wil schijnen.

Hebr. 12:7+8 in Het Boek zegt: Laat u door God opvoeden, Hij behandelt u als zijn kinderen. Hebt u ooit gehoord van een kind dat niet gestraft werd? Als God u niet terechtwijst, wanneer u het nodig hebt, betekent het dat u niet zijn kind bent.
Het Boek gebruikt andere woorden dan het woord bestraffing: opvoeden en terechtwijzen. Dat is misschien wat beter te pakken dan bestraffing. Maar het gaat nog steeds over Gods’ ingrijpen in je leven. Over Gods’ opvoeding van jou als Zijn kind en over Gods ’terechtwijzing’ in jouw leven. Belangrijk om vast te houden is dat God dit uit liefde doet. Jezus zegt: Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik.

Het beeld van het gezin is een belangrijk beeld. En je ziet dat dit wordt ondergraven door wat mis gaat in gezinnen. Door vaders aan wie je juist slechte herinneringen hebt. Of door gezinsvormen die niet aansluiten bij het Bijbelse beeld van een gezin. Maar het doet niets af aan hoe God het bedoelde. En het doet niets af aan Gods’ liefde voor jou.

Ik wil vers 9 er nog even uitlichten: En verder hadden wij onze aardse vaders als opvoeders, en wij hadden ontzag voor hen. Zullen wij ons dan niet veel meer onderwerpen aan de Vader van de geesten, en leven?

Als ik het goed lees, staat er: wie zich onderwerpt aan de Hemelse Vader, die zal leven. Let op het woord onderwerping. Het Boek spreekt over onderwerpen aan de opvoeding van onze geestelijke Vader. Met onderwerping stel je jezelf onder het gezag van een ander. Je aanvaardt het gezag van de Hemelse Vader over je leven.

En dat maakt dat jouw leven het leven wordt zoals de Vader dat voor ogen heeft.

Ieder die Ik liefheb, wijs Ik terecht en bestraf Ik. Wees dan ijverig en bekeer u.
Bekeer je en onderwerp je aan de opvoeding van je Hemelse Vader. Misschien kan hij je dan nog meer toevertrouwen.

Vers 11 zegt, in de vertaling van het Boek: Niemand vindt het prettig terechtgewezen te worden, op het moment zelf worden wij er alleen maar verdrietig van. Maar later zien wij dat het toch goed is geweest, de terechtwijzing heeft ons geholpen mensen te worden die goed doen en vrede brengen.

En zo is het. Vaak zie je als je terug kijkt de leiding van God in je leven. Gods’ opvoeding brengt je verder en helpt je die nieuwe schepping te worden die God voor ogen heeft. Wij hebben in ons leven dingen mee gemaakt, waardoor we nu mensen soms beter kunnen begrijpen, of snappen wat ze hebben doorgemaakt of waar ze doorheen gaan.

En dan volgt het 12 vers: Hef daarom de slappe handen op en strek de knikkende knieën, 13. en maak rechte sporen voor uw voeten, opdat wat kreupel is, niet wordt ontwricht, maar veeleer genezen wordt.

Let op het woordje ‘daarom’. Die opvoeding en terechtwijzing van God en het besef dat God dit uit liefde toepast hebben een direct verband met je slappe handen opheffen en je knikkende knieën strekken. Het is niet als ontmoediging en demotivatie bedoeld, maar juist als bemoediging en motivatie. God zegt ‘Ik houd van je’, ‘Ik wil je dingen leren’, ‘Ik wil jou op een hoger plan brengen’, God zegt: Kom op! Sta op! Het is hetzelfde principe dat God uitspreekt tegen zijn volk, in Jesaja 60:
1 Sta op, word verlicht, want uw licht komt en de heerlijkheid van de HEERE gaat over u op. 2. Want zie, de duisternis zal de aarde bedekken en donkere wolken de volken, maar over u zal de HEERE opgaan en Zijn heerlijkheid zal over u gezien worden.

Weg met het gezwabber, God houdt van rechte sporen. Weg met ontwrichting en kreupelheid in je leven, want God wil genezen naar Geest, Ziel en Lichaam.

Laten we ook omzien naar elkaar, als het om deze dingen gaat.

Het lijkt alsof er een soort groeiproces wordt beschreven: eerst achterop raken, dan ontstaat er een wortel van bitterheid, die groeit en die veroorzaakt onrust en bezoedelt anderen.
Als je de verbinding met God kwijt raakt of je eigen weg gaat in plaats van die van God, raak je verwijderd van Gods’ bedoeling. En als je steeds verder gaat op die weg, groeien ook je overtuigingen en kan in jou die wortel uitgroeien die onrust in je eigen leven en dat van anderen veroorzaakt, waardoor jij zelf niet alleen besmet raakt, maar ook anderen. Dat kan zelfs uitgroeien tot het plegen van ontucht of het leven van een onheilig leven, waardoor je verkeerde keuzes maakt. Dit is ook het proces waardoor je het abnormale normaal gaat vinden wat zich in de wereld om ons heen afspeelt.

Zoals Ezau die voor een bord met eten zijn eerstgeboorterecht verspeelde. Niet goed nadenken. Niet bezig zijn met de dingen die er toe doen. Bezig zijn met je eigen leven en met wat jij belangrijk vindt, zonder rekening te houden met God of met je omgeving. En dan onnadenkend een keuze maken waarvan je de consequenties niet overziet. Een keuze waarvan je spijt hebt en die je terug zou willen draaien, maar dat kan niet.

Genoeg om over na te denken. Durf jij je je te laten opvoeden en terechtwijzen door Jezus?

Gerdo