Lieve mensen, dit gemeenteblad is het eerste van 2023. Een nieuw jaar, dat van alles zal brengen waar wij nog niet van weten. Een nieuw jaar voor u, voor jou, voor je gezin, voor je familie, voor de gemeente. Een nieuw jaar met een nieuw motto, het is hierboven in de aanhef te lezen.
In de laatste twee maanden van het vorige jaar ben ik gegrepen door de geschiedenis van Jona. Het begon in de gezinsdienst van oktober, met Jona en Jesaja. Jo-NEE en Je-zei-Ja, weet u het nog? Daarna bleef dit mij bezig houden en werd bepaald bij de bijna poëtische beschrijving van het gebed van Jona, in de buik van de vis.

Het beeld van het water dat zich boven je sluit, van het wier dat zich om je hoofd windt, afgesloten van de wereld zijn, de diepte in worden getrokken, verwarde gedachten, het sprak tot mij. Ik sprak er over in onze eigen gemeente, in Huizen, In Hippolytushoef, in Volendam en in de Christelijk Gereformeerde Kerk in Purmerend. Terwijl ik niet snel een preek twee keer gebruik. Het lijkt gemakzuchtig. Tenzij God je er bij bepaalt. En dat was nu ook het geval.

Het was de boodschap van hoop die me raakte. Die me duidelijk maakte dat er altijd een uitweg is. Mensen hebben hun beslommeringen. Ja zelfs hun afgoden. Mensen kunnen in diepe nood zijn. Mensen kunnen verward zijn of verward worden. Maar wie tot de Heer roept zal niet bedrogen uit komen!

Het nieuwe motto roept misschien vragen bij je op. Welke offers? Welke geloften? Zo hebben wij er in het team ook over gesproken. Misschien komen de antwoorden vanzelf, misschien moet je er over nadenken, misschien moet je er over spreken met anderen. Misschien zal het dit jaar duidelijk worden.
Maar in het motto zit het uitstrekken naar de Heer verborgen. Als je het leest in het verband waarin het motto staat, gaat het over mensen die God verlaten en armzalige afgoden vereren. Maar in tegenstelling tot die mensen, zal ik (vul je eigen naam eens in…) mijn stem in dank verheffen, God offers brengen en mijn beloften aan God nakomen.

Dit gaat niet over goed of fout. Dit gaat niet over een oordeel over een ander. Dit gaat niet over je een betere Christen voelen dan een ander. Dit gaat over een diep verlangen naar God. Dit gaat over dankbaarheid voor de redding die je hebt ontvangen. Dit gaat over genade. Dit gaat over het diepe besef dat iemand zijn leven voor jou heeft gegeven. Jezus, het kerstkind. Jezus de Koning der Koningen.

Het is de Heer die redt.

Ook uit beslommeringen, grote nood of verwarring. In dit blad staat het verhaal van een zendeling die er van getuigt.In andere vertalingen staat ons motto in het 9e vers van Jona 2. U moet het maar eens opzoeken in de verschillende vertalingen, dat werkt verrijkend.
Ik kan niet duiden waarom dit het motto moest zijn voor 2023.
Als ik dit schrijf denk ik aan Hugo die een tia kreeg in 2022, aan Lydia die een open hartoperatie onderging in 2022 en aan Marja en Yvonne, die hun man verloren in 2022. Aan Olof, die een in december een herseninfarct kreeg. Ik denk aan mijn zus die net hoorde dat zij borstkanker heeft. En aan zoveel anderen, die leed te dragen hadden in 2022.

Wat is het nieuwe motto dan krachtig. Het neemt het leed niet weg, maar het biedt een mogelijkheid om er mee om te gaan. Alsof de hemel open gaat en er een zonnestraal doorheen breekt. Ik kan het niet goed uitleggen, maar ik voel het!
Het motto gaat over bij God blijven, over de verbinding niet verliezen. Het gaat over volhouden. Over je stem verheffen in dankbaarheid voor wat er wél is en voor de uitredding die God geeft, op welke manier dan ook. Halleluja!
Als ik aan het brengen van offers denk, dan denk ik aan het naar de tempel gaan. Daar spreekt Jona namelijk over in zijn gebed. Offers brengen betekent dus ook: ik blijf naar de tempel gaan. Ik blijf daar de Heer eren. Ik blijf daar naar toe gaan om vergeving te ontvangen en gereinigd te worden.
In ons geval: ik blijf vertrouwen op Jezus. Ik blijf me afhankelijk van Hem opstellen, beseffend dat alleen Hij verlossing brengt.

Het is de Heer die redt!

Een mooiere boodschap kan ik niet brengen aan het begin van 2023!

Gerdo